27 januari 2023
2023_0.png

Wat een debuut voor de fiscale cijfers in dit nieuw jaar, de fiscale maxima voor loontrekkenden en zelfstandigen gaan spreekwoordelijk door het plafond!

De enige status quo is te melden voor de maximaal aftrekbare premies in de 3de pensioenpijler. Voor het individuele pensioensparen zijn deze premies opnieuw blijven steken op 990 euro voor een besparing van 30% en 1.270 euro voor een besparing van 25%. Alle bedragen tussen 990 en 1.188 euro zijn minder interessant omwille van het lagere fiscale voordeel in verhouding tot het hogere spaarbedrag. Ook voor het lange termijnsparen wordt het maximaal bedrag nog een jaartje bevroren op 2.350 euro (of m.a.w het niveau van 2021).

Gelukkig is de herwaarderingscoëfficiënt voor de bepaling van de maximale VAPZ-premie niet blijven hangen. Bovenop het pensioensparen 3de pijler, kunnen de actieven met het statuut van zelfstandige fiscaal interessant sparen via het VAPZ of het Vrij Aanvullend Pensioen Zelfstandigen ten bedrage van 8,17% van hun beroepsinkomen met een maximum van 3.859,40 euro. Indien het VAPZ een ‘sociaal karakter’ heeft, loopt het bedrag op tot 9,40% van het inkomen met een maximum van 4.440,43 euro. De toegelaten premie berekent u door het belastbare inkomen 2020 te vermenigvuldigen met de coëfficiënt 1,18313797.

Na de circulaire van eind vorig jaar in het kader van de maximaal aftrekbare pensioenpremies voor zelfstandigen in de 2de pijler, dienen we een onderscheid te maken in de jaren als zelfstandige vóór 2021 en de jaren vanaf 2021. De pensioenplafonds voor de berekening van de 80%-regel zijn als volgt:

  • Zelfstandige jaren vóór 2021 : 25% van het inkomen met maximum van 21.610,26 euro
    of m.a.w. op een maximaal inkomen van 86.441,04 euro
  • Zelfstandige jaren vanaf 2021 + jaren als niet zelfstandige vóór 2021 : 50% van het inkomen met een maximum van 86.441,04 euro

Voor loontrekkenden is er enkel een indexatie van het plafond waardoor je rekening mag houden met 50% van het loon met maximum 35.759,99 of m.a.w. op een maximaal inkomen van 71.519,98 euro

De minimale schatting van het wettelijk pensioen als alleenstaande voor beide statuten bedraagt 19.643,99 euro.

De uitkeringen naar aanleiding van een arbeidsongeval voor loontrekkenden worden in 2023 berekend op basis van een behoorlijk geïndexeerd loonplafond van 53.087,42 euro.

De invaliditeitsuitkeringen naar aanleiding van privé-ongeval of ziekte worden becijferd op een loonplafond van 53.256,09euro.

De werkgeversbijdrage in het kader van een individuele pensioentoezegging voor loontrekkenden (IPL) is aftrekbaar tot 2.860 euro in 2023. Niet te verwarren met het Vrij Aanvullend Pensioen voor Werknemers (VAPW) waarbij de premie ten laste is van de werknemer zelf (zie Actueel van november 2018). Elke loontrekkende vindt dit bedrag op www.mypension.be

Het systeem van de maximale loonbonus of ‘niet-recurrente resultaatsgebonden voordelen’ mag in 2023 aantikken tot een bedrag van 3.948 euro bruto (incl. solidariteitsbijdrage).