18 januari 2021
Foto%202021%20bis.jpg

Naar jaarlijkse traditie publiceren we op onze website de loonplafonds en fiscale maxima van belang voor het berekenen van de aanvullingen op de sociale zekerheid van loontrekkenden en zelfstandigen.  

Door de corona-crisis werd door de regering besloten om de maximaal aftrekbare premies voor het individuele pensioensparen, het zogenaamde duaal pensioensparen in de 3de pensioenpijler te bevriezen voor 2021. Bijgevolg blijven deze op 990 euro voor een besparing van 30% en 1.270 euro voor een besparing van 25%. Alle bedragen tussen 990 en 1.188 euro zijn minder interessant omwille van het lagere fiscale voordeel in verhouding tot het hogere spaarbedrag. Voor het lange termijnsparen wordt het maximaal bedrag 4 jaar lang bevroren tot 2.350 euro (of m.a.w het niveau van 2019).

Bovenop deze bedragen kunnen de actieven met het statuut van zelfstandige fiscaal interessant sparen via het VAPZ of het Vrij Aanvullend Pensioen Zelfstandigen ten bedrage van 8,17% van hun beroepsinkomen met een maximum van 3.302,77 euro. Indien het VAPZ een ‘sociaal karakter’ heeft, loopt het bedrag op tot 9,40% van het inkomen met een maximum van 3.800,01 euro. De toegelaten premie berekent u door het belastbare inkomen 2018 te vermenigvuldigen met de coëfficiënt 1,03466677.

Voor wat betreft de berekening van de maximaal te storten premies voor aanvullende pensioenen, 2de pijler (80%-regel) zijn de schattingen van het wettelijk pensioen of de pensioenplafonds als volgt geïndexeerd:

  • Zelfstandigen: 25% van het inkomen met maximum 17.592,11 euro
    of m.a.w. op een maximaal inkomen van 70.368,42
  • Loontrekkenden: 50% van het loon met maximum 30.013,38 euro
    of m.a.w. op een maximaal inkomen van 60.026,75 euro
  • De minimale schatting van het wettelijk pensioen bedraagt 15.911,04 euro

De uitkeringen naar aanleiding van een arbeidsongeval voor loontrekkenden worden in 2021 berekend op basis van een geïndexeerd loonplafond van 45.711,80 euro.

De invaliditeitsuitkeringen naar aanleiding van privé-ongeval of ziekte worden becijferd op een loonplafond van 45.856,89 euro.

De werkgeversbijdrage in het kader van een individuele pensioentoezegging voor loontrekkenden (IPL) is aftrekbaar tot 2.540 euro in 2021. Niet te verwarren met het Vrij Aanvullend Pensioen voor Werknemers (VAPW) waarbij de premie ten laste is van de werknemer zelf (zie Actueel van november 2018).

Het systeem van de maximale loonbonus of ‘niet-recurrente resultaatsgebonden voordelen’ werd niet gewijzigd in het kader van de corona-maatregelen en mag in 2021 oplopen tot een bedrag van 3.447 euro bruto.